Hoe•dan(•)

Met beschonken overmoed pleegt de hopeloze man zijn zwakzinnige daden, beschrijft hij met valse woorden die kapitale vergissingen als heldhaftige verrichtingen. De vrouw beziet gekleurd zijn grijstonen, vaart haar aardse koers, vertrouwt op een innerlijk kompas.

Een gedicht in een spreadsheet, de woorden uit de opslag waar de ongeletterde letterknecht zijn dwaalgang langs de eindeloze rijen schappen maakt; sorteren maar! In de afzonderlijke cellen zou ook iets moeten gebeuren, nieuwe vormen ontstaan, niet alleen grammaticaal. Het gaat altijd om verbanden, verhoudingen, bewegingen.

De enige plaats op het tapijt waaronder de vloerplanken niet kraken, een eiland om op te dansen, een wereld zonder verschil, een haven zonder ligplaats. Je moet een verhaal hebben om ermee weg te komen, een horizon om aan voorbij te willen gaan, iemand over te halen erin mee te gaan.

Johannes B met Tuli Kupferberg; 1981?

Men zal denken te weten wat en waarom er gedacht en gedaan wordt, vertrouwend op wat men ziet en hoort, waarde hechtend aan beweringen en overtuigingen. Het is altijd waar en gelogen. Ook zichzelf kan men voor de gek houden.