Toeval bestaat niet, toch? 

Vorige week voor overleg in Noord omtrent ‘Water in kaart’, maar vooral ook om daar de computerij op poten te zetten. Alle apparatuur is weg van de Maaskade (op die oude G5 na) en ik heb de oude 27” als tweede beeldscherm aan de nieuwe 27“ iMac ‘van de zaak’ gehangen (werkt fantastisch – mooi spul, Apple*). Verder de nodige software (CyberDuck) en de printers geïnstalleerd. Op zolder de adminiMac en het olifantje. Ik heb een oude 24” mee naar huis genomen (waar de jongste nazaat nu via Windows XP in Parallels een oud StarWarsspel op speelt).

Vandaag naar Den Haag geweest voor overleg en het brengen van de geprinte en ingelijste kaarten. Hebben we het over de eigen site, dat we daar de nieuwsrubriek uithalen – want het oogt natuurlijk zieltogend als daar maanden oud nieuws op staat – en gesteld dat het ontwerpen van een goede site een kunst apart is. Vormgeven is een ding, maar een goede gebruikersinterface kunnen bedenken toepasselijk voor een onderneming of organisatie en z’n beoogde klanten is het ei van Columbus. (Iedereen lijkt tegenwoordig webstekken te willen/kunnen/moeten bouwen, ook de Utrecht-connectie heeft dat inmiddels aan z’n kunsten toegevoegd.)

Af en toe ook wat doen op Katendrecht en een paar stevige projecten (RWS Limburg, Windenergie op zee, Wib, nHWBP en nu Wik) voor de cartografie. Intussen ook het nodige gereedschap rijker sinds het verscheiden van de schoonvader, dus ik kan met een kofferbak vol machines en overig tuig ‘overal’ aan de slag. (Niet in de laatste plaats gewoon in eigen huis!)

*) Onlangs crashte de nieuwe iMac en leek het een videokaart-issue waarvoor die machines door Apple werden teruggeroepen. Het apparaat braaf naar MacPartners gebracht en die verder naar Apple Nederland, maar toen dat niet de oplossing bleek, hebben ze de harde schijf vervangen en de originele doen verdwijnen. Nauwelijks back-ups van het werk, dus al(?) die noeste arbeid is grotendeels verloren gegaan. Bestanden voor opdrachten waar ik niet in gekend ben vielen natuurlijk ook niet bij mij te halen. Sindsdien wordt wijselijk Time Machine gedraaid.

Hairy Odd Ball?


© JR.
Hij schreef:

Arrie Otters werkbal

“sch
aafman”*

Associatie met mijn scrotum? Zou kunnen, toch? Er is een oude bruine sfeer, schemerlamp en schemerlicht, ouderwets handwerk in schaven op schragen en plots is daar de lift, als de Tardis van dr. Who, mét een houten randje! Buiten in hetzelfde vaalblauw dringt de moderne stad zich op. Ik kijk zonder bril, – slaap en zaagsel in de ogen, geen krullen in mijn haar – mis wellucht overige details in het lichtgeschreven gedicht: object trouvé! Waar je je lol van kan hebben…

*) En dan denk ik vanzelf aan onze vroegere buurman’s gevlerkte vraag:
“Zeg, heb jij (al) de nieuwe Stanley-schaaf!?”

Uitdragerij

Het kan altijd beter en de tijd verandert inzichten. Sommige woorden kloppen niet, zoals koptelefoon, wat beter kopfoon kan zijn (heeft al straatwaarde), en dekbed, dat logischer beddek is (inmiddels niet meer zo vreemd). De kinderen zeiden ’t al vanzelf.
Over de jaren heb ik van alles ‘verzonnen’, gewoon voor de lol, en passant, omdat ik het spelen leuk vond, het poëzie betrof. De regels maak je zelf. Maar het behoeft uitleg, her en der.
Dat een windwaaier iemand die met alle winden mee waait is, lijkt voor de hand liggend, en dat er armoedzaad bestaat niet uitgesloten. Maar een grootjek is een brutale hond, in een ruim passend jack, en matenloos ben je zonder vrienden, terwijl een goekaar een goedkope gitaar zou kunnen zijn.
Geen idee meer echter wat klaven zijn, of hoe ingesteldheden was bedoeld. Flauw is gezeikweer, of uithoudingsvermogensaanwasdeling, en kamillesokken zakken anders af: (dunne) sokjes waarin gedroogde kamillebloesem zit, die je om je enkel bindt en vlooien er langs die weg van zou moeten weerhouden je te bespringen.
Afbroeken is kortweg het afzakken van broeken, mutatunie (‘ik heb nooit geleden’) een kwinkslag naar Multatuli, poepsokkel een toiletpot, en een stelstoel een verstelbare stoel. Verkouwelijk kan je best zeggen, of vrijgezelligen, en poeppapier, al begrijpt de spellingscontrole er de ballen van.
Noem een plectrum een aanslagplaatje en ’t moge duidelijk zijn dat je te ver kan gaan, tenzij je het ermee wil verklaren, of is ’t eerder jargon voor terrorrismebestrijders, of een geheel andere technische term?
Havenloos is iedere stad zonder haven, en ieder mens zonder thuis, we houden een doe(n)dag, waarbij de ene vorm procrastinistischer lijkt dan de andere. Onwerkelicht= onwerkelijk licht, zoals bij een zonsverduistering, of in de ‘reguliere’ schemering kan voorkomen.
Op onzin af zijn alzaam, ingoed, tegendoor, verhoorn, autotonen, tog, vaakkant, profitant, zei de geitman. Avondtuur, wil ie. Kroeskut! Meewaarlancholisch, fabulistische lulkunst, verdinging, poepgevoel, ingrauw, erwtenotig, popcornrot, schijnheiligheidsgraad, transvaardig, gebeurtelijk, faseomslagdonderdagbui, ontinkten, wegbulderen, vergrinneken, zoalszo, overdadelijk, plichplegen, onbewijsgerig, toentonen, bijrolmaat, hogenoodstop, lichtletterbord, kaftpapiergroen, kontjezon, hunzaans, verspoeld, knielzitting, tussenborstgebied, bedwalen, alledagsbruiden, heetscheet, vooralarmfase, afverbouwd, zonnepitenergie, versneeuwd, inkstinkt, buitenvormig, tastspoel, koalaloempia, dochterswinkel, rukspier, verklemtoon, gokgevecht, vertepen, vernuftsorkanen, waarschijn, onderoordeler, leugensluchteraar, buitenzinnelijk, adoornse, memorie-materialisme, walhallasloot, kalenigta, zongebakken, dikteloos, boodschappelijk, compucratie, vormvolgend, uitschuimen, droombewarend, nissig, achterbuurvrouwgenieter, getepeld, veromhullen, waanhopend, gesokkeld, ingewandenschuddend, patserhoedje, gezelloos, pachtdom, gepapierd, kolieknacht, cifrisme, liniïsme, paarsdag, schijvenschijner, kneedneef, echtgenieten, diepnachtelijk, klotengloed, stratelijk, stuipend, wroezels, frikkels, kneutzeur, eilandbreed, oerolkop, caravanrat, ijdolenhemd, memorievacua, middenklaskukel, meteoprofeet, tegengemeenzaam, stelmalig, baardenmetaal, schikschijven, bourgeoisiëren, rompholte, boerekolenvergasser, numerosofisch, zeurcatar, tussenvandaan, glimwerk, overalljeuk, onzintikkerij, blindegeleidehondelul, glazentroebel, vannachteren, kuiteren, volkstuingezangen, vaatdoekgevoel, guizen, kippegatbrander, spruitjeskoningin, allahfielen, tweedehandschoenen, hersenwaai, motnevel, onruimtelijk, vierkamergeluk, eensgezindvertoning, lijndun, sprokkelijk, mokkekopnap, nederrijk, chaordelijk, hoogstnoodzakelijkhedenroute, hooibergkoorts, orgisch, kweekgroentegezicht, achterlichtstemmig, karneuker, zussiebloesie, fallusreiniger, geloofsverkooppraatje… 
Een behoorlijke inventarisatie. En dit is slechts de typemachinetijd, uit de vorige eeuw. Ik ben ’t zat. Nog een hoop in te vullen, niet voldoende voor een boek? Het is al met al lachelijk genoeg.