Wie gaat er mee?

Hoop doet leven. Het uitzicht op ontsnapping aan het rad van de tijd houd je gaande. Dagen mogen blijven, de maanden en seizoenen, maar schijt aan de week en alle andere tradities die sleurverwekkend zijn. Al dan niet geregeld een ander ritme op een wisselende maat, dansend en zingend de geschiedenis in.
Het wordt de slagroom op de babylonische taart, misschien het eerst gegeten, als het er van komt. Als de toren ooit wordt afgebouwd en niet instort. ‘Ik wil hier weg…’

Fantoompijn

Daar waar het niet meer zit.

Donderdagavond gleden we met de auto over de weg; soms dwars erop, zonder brokken gelukkig. Gisteren heb ik mij naar eiland en centrum begeven met behulp van openbaar vervoer en benenwagen, wat vooral de fiets moest sparen. En vandaag niets anders gedaan dan een pc opnieuw voorzien van Windows, programma’s en alle gebruikersinstellingen & data. De harde schijf had kuren en is opzij gezet.
De kutklussen stromen hier binnen, sinds ik mijn profiel op die freelancesite heb gezet. Geen tijd voor die onzin, althans ik werk niet voor pinda’s. Je bent ook nooit de enige die er op reageren zal, dus ze nemen waarschijnlijk de goedkoopste, dan wel de snelste. Dat laatste kan ik niet zijn, het eerste wil ik niet zijn.
Ik voel me toch al een beunhaas op dit vlak; heb voor niets serieus gestudeerd en uiteindelijk nergens het onderste uit de kan gehaald. Ik moet het hebben van mijn veelzijdigheid en dat zoeken ze meestal niet in deze specialistische wereld. Het kwam me deels aanwaaien.
Het is hier in huis meestal warm genoeg om niet te weten hoe koud het buiten is. Als je goed doorwarmt de deur uitgaat, kan je er beter tegen. Wat een luxe, dat thuis werken, op mijn zolder – net boven NAP. 
Enige nasleep van een grote opdracht nog, mogelijk een volle week tekenwerk in het vooruitzicht, en de fotograaf helpen met zijn hard- en software, maar verder niets vanuit de gebruikelijke kanalen.