Jozef

Als computermodellen taalgebruik gaan onderzoeken op dubbelzinnige grappen, moeten we alle woorden erotiseren. Waarschijnlijk zullen criminelen al beslag hebben gelegd op huis-, tuin- en keukenjargon. Rest het de burger zich te wapenen tegen de marktonderzoekers door overal bestedingspatronen in te suggereren. Niets is zonder meer wat er staat.

Haar deur had de hele nacht op een kier gestaan. Zijn haspel lag in de voortuin. Het kan zijn dat een bericht hem naar Hellevoet voert; een goeie deal, een verzekering, een voorraad. In ieder geval een flinke trip. Al het werk roept meer op.

Ze vroegen of ik in Siberië was geweest. Zo niet, dan had ik niets te zoeken op de maan. Maar improviserend blokfluit spelen kon ik onderwijl met één hand. De beide dames met huishoudkundige vaardigheden wisten de partituur te vinden in het script. Ik ben toch in de ruimte geweest en de film moet nog gemaakt.

Rederijk rekenen

Uh,  (als alternatieve en toepasselijke opening), voor mijn administratie heeft een nieuwe rekening geen toegevoegde waarde, is eerder verwarrend. Hebben jullie het nodig voor die van jullie? Dan kan ik wel wat opstellen, maar telt ie bij mij niet mee. (Geen idee hoe de belastingdienst daarmee omgaat.) Ik vind het verder niet zo vervelend – boter bij de vis; geen vis, dan ook geen boter – maar het leek me een leuke (na)paasverrassing voor jullie, alhoewel mogelijk wat rompslomp (een prachtig woord daarentegen*). 

*) M. Philippa e.a. (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands

rompslomp zn. ‘lastige drukte’
Vnnl. als tussenwerpsel romp slomp voor een beweging in het wilde weg, in Her jo romp slomp daer cryghdy noch watte‘hier ja, hupsakee, daar krijg je nog wat’ [1596; WNT], bijwoordelijk romp slomprompslompromp slomps ‘slordig, in het wilde weg’ in off werdt dese Historie … ons rompslomps by den hoop ende sonder maete mede gedeylt? ‘of wordt deze geschiedenis ons in het wilde weg, ongeteld en ongemeten, meegedeeld?’ [1612; iWNT], rompslomp ‘slordig persoon’ inSulcken Rompslomp heeft mijn schoonvaer al zijn leven geweest ‘zo’n slordig persoon is mijn schoonvader zijn hele leven geweest’ [1618; iWNT overleggen]; nnl. rompslomp ‘warboel, slordige boel’ in Het is daar altijd een regte rompslomp [1807; Weiland].
Als bijwoordelijk tussenwerpsel gevormd uit de elementen romp en slomp, beide met onduidelijke herkomst en betekenis. Romp komt niet als simplex voor en is mogelijk een onder rijmdwang van slomp gevormde variant van →rommelSlomp komt bij Kiliaan voor als ‘klomp (schoeisel)’ en in de 16e eeuw in een algemene betekenis ‘grote massa, grote hoeveelheid’. Weiland (1807) identificeert romp met de Vroegnieuwnederlandse nevenvorm rompe ‘rimpel’ [1599; Kil.] van rompel en → rimpel, en associeert slomp met de beginklanken van → slordig en → sloddervos.
Nnd. rumpslump; nfri. rompslomp.
De overgang van tussenwerpsel naar bijwoord is vergelijkbaar met die van → lukraak. De overgang van bijwoord naar zelfstandig naamwoord is bijzonder.

Geen mening

Je hoeft het niet te zeggen, het wordt aldoor voor je gedaan. Er wordt zoveel geroepen, dat er altijd iets tussen zit dat ook jij bedoeld zou kunnen hebben. Je hoeft ook niets meer te doen, want ze zijn je al voor. Het gras wordt ons voortdurend voor de voeten weggemaaid.

Dit had wellicht niet (nogmaals) gemeld te worden. Met een beetje diepgang is er echter genoeg te (her)stellen, want men is kort van memorie. De boodschappen moeten de consument herhaaldelijk ingepeperd worden. Ondubbelzinnig.

De Nederlander is een schreeuwlelijk geworden. Ik heb niet geroepen naar de vrouwen hoe mooi kleurig hun hoofddoeken waren en ze mijn morgen nog zonniger deden schijnen.

Kleur bekennen

Het was lang geleden, de laatste keer dat ik een boek las, een roman, een verzonnen verhaal. Het moment waarop het fictieve ervan komt bovendrijven en daarmee het besef in de onzinvan een ander te zitten, heeft me sindsdien ver van literatuur gehouden. De verkeerde schrijvers aangepakt? Daarvoor las ik als laatste alles van Heere Heeresma; geen genoeg van gekregen.
Op aanraden van de buurvrouw The Curious Incident of the Dog in the Night-Timevan Mark Haddon tot mij genomen. Of nam het verhaal mij tot zich? De hoofdpersoon, de verteller, is een jongen van vijftien met het Aspergersyndroom en ik verstond hem uitermate goed. Deels omdat ie in kleine logische stappen zijn gedachtengangen uiteen zette en waarschijnlijk omdat het gecategoriseerd is als jeugdliteratuur. Nergens stoorde ik mij aan het feit dat het een verzinsel is. Ik kon mij inleven, iets waar de autist juist grote moeite mee heeft. Een hele geruststelling, want ik kan best hoog scoren op een autismetest.
In mijn enthousiasme heb ik daarna een boek van Philip K. Dick geprobeerd, maar dat was niet om door te komen. Die man verzint er maar op los en veel ervan is inmiddels erg gedateerd. Moet je dat gaan vertalen naar deze tijd, maar daar krijg je amper de ruimte toe. Ik kan er niet overheen lezen, verzand in de deprimerende beelden die het bij me oproept, en vermoed dat ik misschien reeds kennis heb gemaakt met zijn fantasieën door de sf-films gebaseerd op zijn werk.
Wacht mij nog de wereldliteratuur? Zoek ik verstrooiing of wijsheid als troost voor het lijden dat inherent is aan dit leven? Eigenlijk een handleiding ervoor. Ik zal ‘m zelf moeten schrijven.

Waarom zie ik dat niet?

Mijn kunstmatige intelligentie loopt stuk op betonnen beweringen van de commerciële kennisindustrie. Ze hebben het over hersendimensies als aandacht, visuele verwerking, begeerte (in de vormen sexy en aantrekkelijk), verwachte beloning, vertrouwen, walging (pijn) en ik moet hier (pinda)kaas van maken?
Pijn in mijn kop, niet van walging of hersenschudding, maar van de inspanning die het complexe orgaan moet leveren om zichzelf te doorgronden, of de structuur van de wereld, het heelal, de ander. Ik wil niets verliezen, maar interesseert het mij wat er te winnen valt?

Ik bouw een robot die robots kan bouwen, die ooit de mens reconstrueren. Een humanoïde zonder emoties, voor zover deze gebaseerd zijn op of voortkomen uit primitieve functies van het geëvolueerde wezen. Met een andersoortig lichaam een totaal verschillende wijze van bestaan en waarnemen. Denkt en spreekt ie concreet of abstract?

Bomen groeien traag. Oud licht is vaag. Mijn gewicht te gering om iets te betekenen in het tijdruimteweefsel. Je kan het vooralsnog navertellen.

Westland

Een onverschillig zonlicht martelt de elzestammen,
blauw als een lemmet flikkert hard de sloot;
wreed glinstren kassen, waarin giftig rood
tomaten zwellen, zwaar van gulzig bloed. In stramme,
vertwijfelende handen hangt als lood
de uitkomstloze spa; de vleugellamme
gedachten kringen eindloos om het daaglijks brood
terwijl in bergen groente, gistend langs de sloot,
de moeizame arboed wegrot tot een klamme,
bedorven wal, als de adem van de dood.

Truus Gerhardt (1899-1960)
uit: Laagland (1937)

Een gedicht van voor mijn tijd. Zo ver was het toen al. Zwaarmoediger had ik dit landsdeel niet in beeld kunnen brengen. Voorjaar en zomer 2001 heb ik het op de ‘digitale’ kaart helpen zetten. Toerisme tussen tuinders. What ever…

Hufters

Wat is uw standpunt ten aanzien van 30km-zones? En wat vindt u van fietsen zonder verlichting, of het rijden door rood? Mogen honden op straat kakken, of buren gerucht maken? Belastingontduiking, illegaal downloaden en kopiëren, zwartrijden, winkeldiefstal, drankmisbruik, milieuvervuiling, speculeren, oplichten, liegen en bedriegen, klaplopen?
Wat te doen met hypocrieten, treiteraars, zeikers, demagogen, volksverlakkers, kwakzalvers, goed( )gelovigen, onverantwoordelijken en gewelddadigen?

Ik betaal jullie niets, denk ik, als ik weer diezelfde mensen op televisie zie. Is dat zo? Zelfs als ik niet kijk?

Kaap de Goede Hoop

That’s fast! zei een van beide meiden. It’s easy, only two screws, was mijn antwoord, terwijl ik de kale zolder verliet via de krakende trap. Was het echt pas veel later dat ik mij van de dubbelzinnigheid bewust werd? Of is het op het moment zelf diep van binnenuit gekomen?

Op mijn knieën tussen de kerkbanken, terwijl zij de zetels van stof ontdeden. Je maakt het vast en groot, toch is het van de aarde los. Religieuze kwatsch – een tautologie. Zo hebben ze boeken vol geschreven, holle ruimtes gevuld, velen verward. Geen epistels meer.

Joker

klaverjassen
brengen geluk?
ruitenbroeken
gaan snel stuk?
schoppenschoenen
overal tegenaan?
hartenvaatdoek
zal je staan?

Gaarne geïllustreerd!

bij deze

Ten kantore

Met thuiswerken en de koop- en bestelcultuur via het internet heb je zo een boel mensen die de deur niet meer uit hoeven. Wel rustig op straat, uiteindelijk. Maar ik moet fietsen (‘van de dokter’)! Kantoortje op een eiland aan de Maas of een huis van geluk op een schier eiland. Want doelloze rondjes, daar ben ik niet van.

Na deze lange intro tot een kort besluit: het originele, al oudere en stiekeme blog met een lange geschiedenis en het uitgeklede, fris gestarte en geopenbaarde blog voor de toekomstmuziek? Een link geplaatst op mijn LinkedIn-pagina, en enkele mensen op de hoogte gesteld, of nog te stellen. Het voelt wat ongemakkelijk, met de billen bloot, want het is makkelijk te keer gaan tegen een klaagmuur zoals dat ouwe blog was, ook al had ik er een gat voor enkelen in gehakt. Tegelijkertijd was kritiek een stimulans om me er niet met een Jantje van Leiden van af te maken. Ben benieuwd of het iets oplevert. Er lijkt me niets zo triest als een blog waarop niemand reageert. (Die oude zag ik meer als een website met voorgekookt stramien om alle shit die ik de moeite waard vond bij elkaar te vegen, mijn eigen on-line galerie en archief.)

Er moet echter ook gewerkt worden aan kaarten en in de toekomstige toren van Babel op Katendrecht. Genoeg te doen en ik vaar er wel bij, merk dat het altijd de beste combi is voor de eigen dadendrang. Als de motor loopt op kruissnelheid, lekker blijven ronken. Je weet immers nooit hoe lang het duurt, wanneer de benzine op is, of je in een file of botsing terecht komt. (Ja, het is lekker tuffen met de oude Volvo.)