Mooi

Als van alles op z’n plaats valt,
in de nacht na de dag,
een opleving, voldaan, genoten.
De klanken en beelden vulden aan,
de geur en het gevoel van buitenlucht,
zomerzacht en zoet.
Dan moet het van het hart,
het hoofd erover gebogen,
omdat het iets te zeggen geeft.
Het is niet slechts ogenschijnlijk,
maar werkelijk onbeduidend,
als waardevol verbeeld.
Onzichtbaar spint zij de draad
en de wind moet eronder komen,
de zon erop schijnen,
opdat klaar wordt
hetgeen gevangen wil blijven
en in zichzelf verstrikt zal raken.

Klote(n).

Jozef

Als computermodellen taalgebruik gaan onderzoeken op dubbelzinnige grappen, moeten we alle woorden erotiseren. Waarschijnlijk zullen criminelen al beslag hebben gelegd op huis-, tuin- en keukenjargon. Rest het de burger zich te wapenen tegen de marktonderzoekers door overal bestedingspatronen in te suggereren. Niets is zonder meer wat er staat.

Haar deur had de hele nacht op een kier gestaan. Zijn haspel lag in de voortuin. Het kan zijn dat een bericht hem naar Hellevoet voert; een goeie deal, een verzekering, een voorraad. In ieder geval een flinke trip. Al het werk roept meer op.

Ze vroegen of ik in Siberië was geweest. Zo niet, dan had ik niets te zoeken op de maan. Maar improviserend blokfluit spelen kon ik onderwijl met één hand. De beide dames met huishoudkundige vaardigheden wisten de partituur te vinden in het script. Ik ben toch in de ruimte geweest en de film moet nog gemaakt.

Rederijk rekenen

Uh,  (als alternatieve en toepasselijke opening), voor mijn administratie heeft een nieuwe rekening geen toegevoegde waarde, is eerder verwarrend. Hebben jullie het nodig voor die van jullie? Dan kan ik wel wat opstellen, maar telt ie bij mij niet mee. (Geen idee hoe de belastingdienst daarmee omgaat.) Ik vind het verder niet zo vervelend – boter bij de vis; geen vis, dan ook geen boter – maar het leek me een leuke (na)paasverrassing voor jullie, alhoewel mogelijk wat rompslomp (een prachtig woord daarentegen*). 

*) M. Philippa e.a. (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands

rompslomp zn. ‘lastige drukte’
Vnnl. als tussenwerpsel romp slomp voor een beweging in het wilde weg, in Her jo romp slomp daer cryghdy noch watte‘hier ja, hupsakee, daar krijg je nog wat’ [1596; WNT], bijwoordelijk romp slomprompslompromp slomps ‘slordig, in het wilde weg’ in off werdt dese Historie … ons rompslomps by den hoop ende sonder maete mede gedeylt? ‘of wordt deze geschiedenis ons in het wilde weg, ongeteld en ongemeten, meegedeeld?’ [1612; iWNT], rompslomp ‘slordig persoon’ inSulcken Rompslomp heeft mijn schoonvaer al zijn leven geweest ‘zo’n slordig persoon is mijn schoonvader zijn hele leven geweest’ [1618; iWNT overleggen]; nnl. rompslomp ‘warboel, slordige boel’ in Het is daar altijd een regte rompslomp [1807; Weiland].
Als bijwoordelijk tussenwerpsel gevormd uit de elementen romp en slomp, beide met onduidelijke herkomst en betekenis. Romp komt niet als simplex voor en is mogelijk een onder rijmdwang van slomp gevormde variant van →rommelSlomp komt bij Kiliaan voor als ‘klomp (schoeisel)’ en in de 16e eeuw in een algemene betekenis ‘grote massa, grote hoeveelheid’. Weiland (1807) identificeert romp met de Vroegnieuwnederlandse nevenvorm rompe ‘rimpel’ [1599; Kil.] van rompel en → rimpel, en associeert slomp met de beginklanken van → slordig en → sloddervos.
Nnd. rumpslump; nfri. rompslomp.
De overgang van tussenwerpsel naar bijwoord is vergelijkbaar met die van → lukraak. De overgang van bijwoord naar zelfstandig naamwoord is bijzonder.

Geen mening

Je hoeft het niet te zeggen, het wordt aldoor voor je gedaan. Er wordt zoveel geroepen, dat er altijd iets tussen zit dat ook jij bedoeld zou kunnen hebben. Je hoeft ook niets meer te doen, want ze zijn je al voor. Het gras wordt ons voortdurend voor de voeten weggemaaid.

Dit had wellicht niet (nogmaals) gemeld te worden. Met een beetje diepgang is er echter genoeg te (her)stellen, want men is kort van memorie. De boodschappen moeten de consument herhaaldelijk ingepeperd worden. Ondubbelzinnig.

De Nederlander is een schreeuwlelijk geworden. Ik heb niet geroepen naar de vrouwen hoe mooi kleurig hun hoofddoeken waren en ze mijn morgen nog zonniger deden schijnen.

niemendal

als een eenhoorn lag hij in haar aura
het licht zo wit als de lakens
de volgende ochtend 
gedroomd de werkelijkheid

wilde ze hem kinderen
tuiten zijn afkomst?
hij fladderde voort
nog jaren nadien

inhoud gaat boven vorm
behalve bij vrouwenborsten
zei de vaderlijke leraar dan
die hij nooit geworden was

Planetair

©Nasa

Tussen droom en daad, angst en verwondering, vermaak en verveling.

Aardrijkskunde

‘k Was al heel jong verzot op aardrijkskunde.
Ik vond niets mooier dan wanneer we op school
een kaartje moesten tekenen en inkleuren:
blauw voor het water, groen voor het laagveen.

En later kreeg je zelf je eigen atlas.
Nooit heb ‘k een boek met zoveel zorg gekaft.
Ik kon er uren over zitten dromen,
tot ‘t klokje van gehoorzaamheid weer sloeg.

Heel de aarde leek één fonkelend wonderrijk:
Tibet. De Andes. Het Zuidpoolgebied.
Tasmanië. Vuurland. Afrika vooral.

Onmetelijk. Oneindig. Iedere naam
was pure poëzie. Wat ben ik blij
dat er toen nog geen televisie was.

Cees Buddingh’ (1918-1985)

Kleur bekennen

Het was lang geleden, de laatste keer dat ik een boek las, een roman, een verzonnen verhaal. Het moment waarop het fictieve ervan komt bovendrijven en daarmee het besef in de onzinvan een ander te zitten, heeft me sindsdien ver van literatuur gehouden. De verkeerde schrijvers aangepakt? Daarvoor las ik als laatste alles van Heere Heeresma; geen genoeg van gekregen.
Op aanraden van de buurvrouw The Curious Incident of the Dog in the Night-Timevan Mark Haddon tot mij genomen. Of nam het verhaal mij tot zich? De hoofdpersoon, de verteller, is een jongen van vijftien met het Aspergersyndroom en ik verstond hem uitermate goed. Deels omdat ie in kleine logische stappen zijn gedachtengangen uiteen zette en waarschijnlijk omdat het gecategoriseerd is als jeugdliteratuur. Nergens stoorde ik mij aan het feit dat het een verzinsel is. Ik kon mij inleven, iets waar de autist juist grote moeite mee heeft. Een hele geruststelling, want ik kan best hoog scoren op een autismetest.
In mijn enthousiasme heb ik daarna een boek van Philip K. Dick geprobeerd, maar dat was niet om door te komen. Die man verzint er maar op los en veel ervan is inmiddels erg gedateerd. Moet je dat gaan vertalen naar deze tijd, maar daar krijg je amper de ruimte toe. Ik kan er niet overheen lezen, verzand in de deprimerende beelden die het bij me oproept, en vermoed dat ik misschien reeds kennis heb gemaakt met zijn fantasieën door de sf-films gebaseerd op zijn werk.
Wacht mij nog de wereldliteratuur? Zoek ik verstrooiing of wijsheid als troost voor het lijden dat inherent is aan dit leven? Eigenlijk een handleiding ervoor. Ik zal ‘m zelf moeten schrijven.