Here’s Wally!

De originele planken, witte spaanplaat meubelpanelen, waren te vies en de onderste ontbrak, dus voor €25 nieuwe gehaald en op maat gemaakt. Het steekt erg af tegen het originele, vergeelde echte hout van de twee bovenste planken en het tussenschot. Het verse roomwit van de van oud hout gemaakte dragers zit er als tint tussenin.
De twee houten planken die rechts in de hoek tussen schot en muur zaten, zijn onvindbaar, maar het kruidenrek dat er ter linker zijde aanhing is na twaalf jaar terug, incluis het paneel met het ontwerp met houten inleg van Wally. De wedergeboorte. Een mooi sluitstuk.

Enkele regels van een gedicht van Astrid Dewancker (1949) uit haar debuutbundel Wie omkijkt wordt gezien spreken mij aan:

Huwelijk

Zoals de kous en het been werden wij de een de ander.
Niet wie ik wou zijn. Weet ik veel wie jij.

Je leest me. Recenseert mijn gedachten.
Neemt happen uit mijn gemoed.

Ik hoor jou spreken als ik alleen ben.
Hoor jij mij als je zwijgt?

En zelf denk ik:

Downhill backwards 

Alsof je de roltrap naar beneden
omhoog moet lopen
om niet te snel onder aan te komen 

Er zijn steeds nieuwe oude inzichten,  in het licht van nu.

Schakeringen

rap op ’t randje over wat er allemaal is fout gegaan 
slechts verkeerde benen hebben om mee op te staan 
veel te mooie woorden hebben je iets aangedaan 
en juist vandaag hebben we elkaar mis verstaan

had ik vrij van zorg en zonde in de zon gereden 
niet onbeschaafd door spijkers en snoer gesneden 
het te veel van alles voor hoofd en buik gemeden 
in te dikke jas het geloof in eigen wijsheid beleden 

op lemen voeten, met knikkende knieën stuk lopen
bij vergissing onjuiste gegevens aan elkaar knopen
vergeten juist pakken pure tomatensaus te kopen
en gemakzuchtig achter het toetsenbord gekropen

Recht huis

Google Streetview juni 2008

Where is Wally?

Weken na zijn overlijden; raam op een kier, gordijn half open
Wat meldt het briefje aan de deur van het museum?
Het linker straatnaambordje op de oorspronkelijke plaats
Waarom verwoorden wat ook te zien is, voor de (be)zoeker?
(Hoe reciteer je de haakjes?)

Een uitstapje in de geest van; Breuker’s straatorgelwerk
Dansen doe je er niet ongeoefend op, tijdens de lunch
De kosten houden aan en lopen op; inkomsten zijn nihil
Meester je eigen huis, de andere halve metereconomie

Heeft iemand dit kunnen voorzien en ons gewaarschuwd?
De gaten in onze handen, de regenbogen in onze ogen
De ochtendjassen waren niet verdicht, maar gesloten
Waar laten we alles wat we denken te moeten bewaren?

Kletsverhalenhuis

Het wordt routine; na het vijfde raam heb ik het wel gehad. En ik ben er nog niet. Tijd voor iets anders, de lambrisering, de elektra, op te lossen problemen. Zelfs het bejaardenrooster van halve dagen gaat me tegenstaan.

Het is stil aan het front. Meningen en ervaringen worden niet geventileerd, opdat ze ons scherp houden; ik werd er sowieso edgie van. Het gezonde verstand dat op voorhand niet gebruikt wordt. Vreemd fenomeen: in de tijd dat ik in de alternatieve sector zat, was het behoorlijk sektarisch. Inmiddels blijkt een heleboel onzin uit zie hoek meegelift op het grote gelijk van het gevaar van verspilling en vervuiling. En dat dan juist ‘hoger’ opgeleiden (hoger dan wat?) voor die onzin gaan.
Het afgesloten wereldje, met vnl. ‘gelijkgestemden’ dreigt ook hier; er worden rare ideeën verkondigd. Het duurt even voordat je in de gaten hebt wat onzin is en wat niet. Eigenlijk lukt dat pas goed, nadat je het achter je gelaten hebt.

De wereld wordt steeds kleiner; we missen elkaars warmte, de nabijheid, de aanraking. De betekenis die we hebben voor elkaar. Het is eigenlijk allemaal fokking triest, al heeft het heeft geen zin erom te treuren, omdat het je nog verdrietiger maakt.

Bij het schoon krabben van de achterkant van de raamlatten komt een vermoedelijk organische stank vrij. Zit er de neerslag van kookdampen van Wally en Esther in, of misschien zelfs resten van henzelf? Ik dacht nog aan beenderlijm, maar die ruikt anders en daar waar het verf betrof was de geur ervan direct herkenbaar.
Het domein wordt gedeeld, beveiligd met een certificaat, opgewaardeerd, we openen een winkel, we drinken erop, we maken het mee. Het is alsof het ons insluit, besluipt en bekruipt, in de roestige raderen, de verstofte machine, het versleten zijn. Het doet er niet toe, er is wellicht een volgende dag, met zon en warmte, nieuw elan.
Het zoeken naar woorden voorbij de slaap, betekenis voorbij het leven, ruzie voorbij een rede, is uiteraard zinloos, ondanks de constructie, de syntax, en echo die weerklinkt. Het verdrijft de tijd, het verstand, het evenwicht, zo die er al waren. Kan een slecht mens goed worden, een mens beter zijn, dan een ander, of een dier, überhaupt?

Usw

Langzaamaan in onzekerheid roept het een het andere op. Zonovergoten zinloosheid moet het niet worden in de herinnering. Het noodzakelijke in huis hebben, waaraan gekluisterd, met de administratieve rompslomp.
Kijken we naar de toekomst, onbewolkt, twaalf graden van bekwaamheid, de zorg om het verlies van samenhang, de slijtende jaren, het aanstekelijk optimisme van de onwetendheid, en we gaan ervoor, regel voor regel.

pierement

Droomlandverhuizers

We hebben de ruimte, de tijd, het erfgoed, maar geen geld, geen bezoek, geen koorts. De zomer wordt prachtig, arm en warm; we hopen het te halen, met z’n allen.
De tentoonstelling is te bezichtigen, op afspraak of in het voorbij gaan. Wij zorgen voor de spullen: rangschikken en ordenen. Hier is een toilet, voor de medewerkers.
Kantoor hoeven we er niet te houden, feesten is ons verboden, de luchtkwaliteit is van belang, en er kan gebouwd worden aan kastelen en wereldverbetering.

Het begon goed

Met drie verschillende dj’s in de loop naar de nacht vulde het huis zich gestaag met opvallend veel jonge mensen, maar ook oudere belangstellenden bezochten de exposities en luisterden naar de verhalen in de tot Yin Tin Bar omgedoopte lobby. Het Elenbaashuis was aan kant om de vorderingen in de restauratie te tonen en in de keuken werd flink gebakken om de trek te reguleren. Intussen liepen door het hele pand twee cameramensen rond die een livestream binnen- en buitenshuis verzorgden.

Een deinende dansvloer is er niet gekomen, maar men amuseerde zich evenwel, en met ruim driehonderd bezoekers, een goede omzet, en de geroutineerde crew, kon Belvedere, ondanks de door de woestenij aan de Veerlaan nog meer afgelegen ligging, weer en ontij trotseren en uitzien naar een prachtig marktaandeel in het uitbreiden en bewaren van immaterieel erfgoed.

We kunnen ons niet los maken van de werkelijkheid, van het leven zoals het nu is, de ruimte en tijd die we hebben, die we krijgen, die we nemen. We doen, min of meer doelgericht, maar weten niet of nooit, wat de gevolgen zullen zijn. Het is geen ingenieus mechaniek, evenmin een quantumcomputer, maar een geschiedenis van vele miljarden mensen op een onwaarschijnlijk bewoonbare planeet.

Mortel

Niet alles is vast te leggen, toch? De stroom van bewustzijn, zo die er is. Al het onstoffelijke dat verloren gaat; er zijn geen her te gebruiken deeltjes die resteren. Het zou de donkere stof in het heelal kunnen zijn, anders. 

Hans Abelman [17-2-1940] heeft gisteren zijn werktafel met glazen blad gebracht, maar is zelf niet boven geweest; de chauffeur en sjouwer [1975] werd per uur betaald, zo leek het. Het ding staat in delen in de voormalige slaapkamer. Verder is er niets blijven hangen.

Als het maar goed gaat, dat het voor de eeuwigheid is en niet binnen tien jaar opnieuw moet worden gedaan, of voor het eind van het jaar, voor het eind van de maand, want dan moet er nog veel meer. Morgen ziet alles er anders uit, is het droog, stilte voor de storm, die na het feest komt, maar met een andere bijeenkomst, en een film, vuile rijplaten voor de deur. Is het geen modder, dat zit er wel stucstof aan je zolen. Je blijft vegen en zuigen.

Aldoor moet je opladen 
jezelf en de apparaten 
niet tot het maximum 
niet van het minimum 
jeuk, jeuk, jeuk

Aldemonde

Ted op yidaki en Anke op verhaal

Hubertus heet ie voluit, een autodidact in van alles, ooit uit de Almondestraat, die niet meer is, wat ie geweest was. De aan hem gekoppelde schrijfster, de Vlaamse Anke, presenteerde de avond met de verhalen van bijzondere bewoners, in woord en beeld, in etensgeuren en klankkleuren, met een lach en een traan.

Agnost, bijna atheïst, vertelde hij naderhand betreffende z’n levensvisie, je weet maar nooit wat ons na de dood te wachten staat.
Ik denk echter dat wat de menselijke ziel heeft voortgebracht behalve om te bewaren misschien nog meer is om voor altijd te vergeten.

Zonder mokken

We zitten niet stil, wel samen om en aan (de) tafel. Anderen lopen veel minder hard, voor ons in ieder geval. ‘Komt goed’, roepen we hardop, maar we zijn toe aan meer tijd en ruimte voor alles en iedereen.

Wind, koude en regen buiten houden; stilte, warmte en licht binnen.