Pot en ketel

Het zwart eraf,
verwijten over en weer
Je weet het niet meer
Kan je toe zonder stroom,
die waarin je meegaat,
de wind, die uit alle hoeken waait,
de zon, die niet altijd schijnt?
De tijd dringt, de ruimte dwingt
Het afwegen van je belangen
Je krijgt de woorden aangereikt,
maar het zijn niet de jouwe
Je hangt in vlees en bloed

Doe je nooit genoeg altijd te veel?
Kan een dictator lezen?
Schrijven doet ie niet:
hij doet anderen schrijven.

Vaders lijken in hun gedrag
een kind meer gewaar te maken voor gevaar,
of mogelijk gewoon banger,
als ze dat zelf ook zijn, dan moeders

Het verdriet voorbij?
Bezig gehouden met andermans leed,
geen aandacht voor wat je denkt te missen
Het is een langzame hersenschudding
Vervolgens je prikkeldrempel verhogen,
desnoods met zandzakken
De heuvels of bergen in?